De woningbouw, industrie, infrastructuur, natuurdoelen en klimaatadaptatie staan onder druk door ruimtegebrek. ‘’Nederland is vol!’’, schreeuwen veel politici. Maar is dit echt zo? Als het draait om de ruimtelijke indeling van ons land wordt vaak de olifant in de kamer vermeden: de veehouderij. De Nederlandse veehouderij neemt namelijk de helft van het oppervlakte in – we zijn het meest veedichte land ter wereld. Het ruimtevraagstuk is verbonden met de keuzes over ons dieet en wat we produceren. Als je keuzes maakt, is er ruimte genoeg. Denk nou eens al dit vee weg. Stel we kiezen voor een compleet plantaardig voedselsysteem en we stoppen met het produceren en importeren van dierlijke producten, wat voor landschap levert dit dan eigenlijk op? Wat betekent dit voor de boer van de toekomst? Recent onderzoek laat zien dat minder vlees en zuivel, meer ruimte kan vrijspelen voor natuur, ontspanning, klimaat, biodiversiteit en tegelijkertijd meer rechtvaardigheid kan bieden voor mens, dier en natuur. Ondanks dit veelbelovende toekomstbeeld, belanden er miljarden euro’s aan subsidies bij de intensieve veehouderij. Wat zou er voor nodig zijn om dit scenario voor elkaar te krijgen? We duiken verder in deze plantaardige plannen samen met wetenschappers, experts, boeren en landschapsarchitecten.
Over de sprekers
Berno Strootman is landschapsarchitect en was van 2016 tot 2020 Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving. In zijn werk houdt hij zich vaak bezig met duurzaamheidsvraagstukken en klimaatverandering. Samen met ‘stikstofprofessor’ Jan Willem Erisman was hij een van de touwtrekkers van het rapport Nederland Veganland. Vanuit het principe van klimaatrechtvaardigheid verkende zij hoe Nederland eruit zou zien als we allemaal plantaardig gaan eten.
Bettina Bock is socioloog en hoogleraar inclusieve plattelandsontwikkeling aan de Universiteit van Wageningen. Ze doet onderzoek naar de leefbaarheid van het platteland, de rol van de boer in culturele identiteit, burgerparticipatie en is hiernaast is ze geïnteresseerd in de kloof en ruimtelijke ongelijkheid tussen stad en platteland.
Joost van Strien kan zichzelf de eerste vegan boer van Nederland noemen. Op zijn boerderij Zonnegoed in Flevoland teelt hij samen met zijn team groenten op een vegan-biologische manier en staan de kwaliteit van de bodem en biodiversiteit centraal. De vooruitstrevende werkwijze van Joost en zijn team geven een inkijkje hoe de landbouw van de toekomst eruit zou kunnen zien.
Lara Sibbing is wetenschapper en een autoriteit op het gebied van de landbouw- en voedseltransitie. Daarnaast is ze kandidaat Europarlementariër voor GroenLinks-Partij van de Arbeid. Ze studeerde veehouderij, biologische landbouw en bestuurskunde aan de Wageningen Universiteit en promoveerde daar op gemeentelijk voedselbeleid. In haar werk praat ze met ambtenaren, bestuurders, maar ook met hardcore vegans en gangbare melkveehouders.
Ontwerpend onderzoek wijst uit: minder vlees en zuivel betekent meer ruimte voor natuur, ontspanning, klimaat, biodiversiteit, en meer rechtvaardigheid en is goed nieuws voor de economie.
De nieuwe melkkoe van ons land? Met Berno Strootman, Joran Lammers en Jaap Korteweg
Iedereen in Nederland gaat plantaardig eten. Grond wordt niet meer gebruikt om vee op te houden. Hoe zou ons land er dan uitzien? NEMO Kennislink buigt zich komende maanden over dit gedachte-experiment.
Kan de agrarische sector onze bevolking bij een volledige overstap naar een plantaardig dieet van eten voorzien? Berno Strootman, landschapsarchitect en voormalig Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving, is optimistisch gestemd. Een kleine zestig procent van onze landbouwgrond is voldoende om twintig miljoen Nederlanders op een gezonde manier te voeden. De rest van de landbouwgrond kan worden gebruikt voor bosaanplant, natuurontwikkeling, waterberging, teelt van bouwmaterialen of wat dan ook. Zijn boodschap is helder. "Nederland kent geen tekort aan ruimte."
Hoe zou ons land eruit gaan zien als we stoppen met het produceren en eten van vlees en zuivel? Veel mooier, zegt landschapsarchitect Berno Strootman na een wetenschappelijke doorrekening.
Als we ons land op een slimme manier herverdelen, pakken we heel veel problemen in één keer aan. De helft van ons land wordt gebruikt voor de vee-industrie. Daardoor is er te weinig ruimte voor woningen en natuur, en worstelen we met stikstof, broeikasgassen, vervuiling van bodem, lucht en water, en ziekten die overspringen van dier op mens.