Wonen in geluidsoverlast wordt voor steeds meer Nederlanders een realiteit. Gezien de grootse woningopgave van Nederland is de druk op de zoektocht naar geschikte bouwlocaties hoog en bovendien wordt het aanbod steeds schaarser in en rondom steden. Waar stedenbouwers voorheen nog uitweken naar buitenstedelijke gebieden voor de bouw van VINEX-wijken, ligt tegenwoordig de voorkeur bij de verdichting van steden om efficiënter gebruik te maken van de bestaande stedelijke ruimte. Projecten zoals het Cartesiusdriehoek in Utrecht en Haven-Stad in Amsterdam zijn voorbeelden van binnenstedelijke ontwikkelingen waarbij de toekomstige bewoners zeer dicht bij mogelijke herriemakers zoals het spoor en industriële activiteiten zullen leven.
Naast de bouwambities ligt de urgentie in stedelijke ontwikkelingen ook op de onderwerpen zoals de bereikbaarheid en de groenvoorziening, die ook een ruimtelijke claim hebben op de stad. Kortom: met het oog op de ambities wordt de stedelijke ruimte steeds schaarser en wordt het onvermijdelijk om te bouwen op plekken waar herrie aanwezig is. Echter, wat voor impact heeft dit op toekomstige bewoners en wat voor innovatieve oplossingen zijn er om de negatieve gevolgen te beperken?
Momenteel is het mogelijk voor gemeenten om onder deze woningdruk flexibel om te gaan met de landelijke geluidsnormen en soms deze zelfs te overschrijden. Dit kan door middel van de Interimwet stad-en-milieubenadering, die in het leven is geroepen ten behoeve van het efficiënter gebruik van de schaarse ruimte in de stad. Ondanks het feit dat deze wet sinds zijn invoering in 2006 niet vaak is gebruikt, wordt het wel steeds meer toegepast. In 2021 was deze wet maar liefst van toepassing voor ruim 5.700 woningen. Bovendien krijgen de gemeenten door de invoering van de Omgevingswet nog meer speelruimte doordat de maximale geluidsnormen omhoog worden gesteld. Dit is zorgelijk, aangezien wonen in geluidshinder volgens de WHO relateert aan meer slaapverstoring, stress en hartproblemen.
Daarnaast worden er steeds vaker ook fysieke maatregelen genomen bij ontwikkelingen waarbij men dichtbij de herriemakers zoals het spoor of industrie zal wonen. In het toekomstige Haven-Stad in Amsterdam wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een hoger waardebeleid voor geluidsoverlast. Hier worden stille zijdes toegepast waarbij ramen niet geopend kunnen worden.
Zodoende ontstaat de vraag of een gezonde leefomgeving gewaarborgd kan worden in nieuwe gebiedsontwikkelingen waar dit flexibel geluidsbeleid wordt gehandhaafd. Daarom is het van belang om te kijken wat wonen in de herrie met bewoners doet, en hoe innovatieve, geluidsadaptieve oplossingen ervoor kunnen zorgen dat deze negatieve effecten beperkt worden.
Nieuwsgierig geworden? Wij zullen op dinsdag 7 maart om 20 uur samen de mogelijkheden en gevolgen van wonen in de herrie belichten met Martijn Lugten, research fellow verbonden aan TU Delft en AMS Institute, Erik Roelofsen, directeur Nederlandse Stichting Geluidshinder, Henke Groenwold, senior adviseur Milieu en Gezondheid bij GGD Amsterdam, Joeri van Ommeren, architect-directeur van Ommeren Architecten, Marianne Loof, founding partner van LEVS architecten en Spoorbouwmeester.