De oceaan is één van de laatste wildernissen op aarde. Dat is het doel van Vincent Kneefel, senior advisor bij het oceanenteam van WWF-Nederland. Toch is de oceaan in rap tempo achteruitgegaan door overbevissing, opwarming van de oceanen en plasticvervuiling. Maar hoe moet je dit eigenlijk aanpakken om een wereldwijde impact te genereren? En welke methodes zijn er? Tijdens het programma Let’s Get Serious About Plastic zoomen we in op dit probleem. Want hoe kunnen we werken aan een Plastic Smart City?
Hi! Wie ben je en wat doe je?
“Mijn naam is Vincent Kneefel en ik ben senior advisor bij het oceanenteam van WWF- Nederland. Daarnaast ben ik actief als surfer, duiker en onderwaterfotograaf. Ik word heel enthousiast van mantaroggen, walvishaaien en kleurrijke koraalriffen.”
Hoe is jouw passie voor water ontstaan?
“Na mijn middelbare school ging ik een jaar reizen en ben ik als duikinstructeur aan het werk gegaan. Het was voor mij echt een eye opener om voor de eerste keer de oceaan van zo dichtbij te zien. Een hele andere en zeer fascinerende wereld. Ik kreeg de mogelijkheid om prachtige zeedieren van dichtbij in hun eigen leefwereld te kunnen zien. Maar tegelijkertijd zag ik ook al de vaak negatieve impact van mensen op de natuur. Dat heeft zoveel indruk op mij gemaakt, dat ik me nu dagelijks inzet voor bescherming van de zee.”
Wat houdt het WWF initiatief ‘No Plastic in Nature’ precies in?
“Sinds ik ben begonnen met duiken, nu 19 jaar geleden, is de oceaan in rap tempo achteruitgegaan door overbevissing en opwarming van de oceanen. Vooral de laatste jaren is ook plasticvervuiling in zee een steeds groter en zichtbaarder probleem geworden. Waar ik in het begin amper plastic tegenkwam, kom ik het nu bijna overal ter wereld in zee tegen. Per jaar komt er 8 miljard kilo aan plastic in de oceaan terecht. Er ligt nu al 150 miljard kilo in de oceaan. Dat is echt onvoorstelbaar veel.
En dat heeft een enorme impact op het leven in zee. Het zorgt er bijvoorbeeld voor dat potvissen of zeeschildpadden verhongeren, stikken of verstrikt raken. Maar het beschadigt ook koraalriffen. Onderzoekers hebben het plastic onlangs nog gevonden op het diepste punt van de oceaan. Plastic is inmiddels overal.
En wij gaan wereldwijd steeds meer plastic gebruiken . Iedereen hier in Nederland, maar ook in Azië en Afrika neemt de consumptie toe en daarmee ook het plasticgebruik. Daarbij komt een deel van het plastic afval in de zee terecht. Het vooruitzicht is dat de hoeveelheid plastic in de oceanen de komende 10 jaar verdubbelt. Een absolute crisis waar snel een antwoord op moet komen. WWF heeft als doel dat er geen plastic meer in de natuur terechtkomt.
WWF richt zich voornamelijk op het beïnvloeden van wereldwijde wetgeving, want er is momenteel nog geen internationaal verdrag over plastic. Daarnaast richten we ons op de samenwerking met bedrijven en steden. Ik geef leiding aan ons wereldwijde Plastic Smart City programma. Hierin werken we samen met vijf landen in Azië, in de Koraaldriehoek, om plasticvervuiling in de natuur te stoppen. En dat we willen ook gaan uitbreiden naar meer steden. De Koraaldriehoek-regio is van belang vanwege de enorme vervuiling, maar ook vanwege de enorme biodiversiteit.”
Wat houdt jullie campagne Free The Sea in?
“In onze Nederlandse campagne richten we ons op het tegengaan en verminderen van wegwerpplastic in Nederland. De meeste voorkomende plastics in zee zijn wegwerpartikelen zoals zakjes, flesjes, rietjes en bekertjes. Dit zijn vaak producten waar goede, duurzame alternatieven voor zijn. Vanuit de Europese Unie wordt een aantal wegwerpplastics verboden, zoals bijvoorbeeld wattenstaafjes, maar er is nog veel meer wegwerpplastic waarmee we moeten en eenvoudig kunnen stoppen. We betrekken het Nederlandse publiek en iedereen kan meedoen en in het dagelijks leven minder wegwerpplastic gebruiken. Wij geven tips, delen ervaringen van anderen en hopen mensen te inspireren mee te doen met Free the Sea. Dat kan door thuis, op kantoor, op school of bij de sportclub met wegwerpplastic te minderen.”
En wat verwacht je van het programma ‘Let’s Get Serious About Plastic?’
“Mijn verwachting is dat we het thema ‘plasticvervuiling’ in Amsterdam serieus op de kaart kunnen zetten. Ik ben vorige maand in de Koraaldriehoek geweest, in Indonesië, de Filipijnen en Maleisië. Ik heb daar met mijn eigen ogen de verwoestende impact van plasticvervuiling in de oceaan gezien. Meer dan 50 procent van al het plastic in de oceaan komt uit die regio. Ook hier in Amsterdam is plasticvervuiling een groot probleem. Neem nou de dag na Koningsdag. Er ligt dan zoveel plastic op straat en ook in de grachten. Daar is het al schadelijk voor het waterleven, maar een deel komt dus ook in zee terecht. In de Koraaldriehoek zag ik hoe één klein plastic tasje een walvishaai heeft gedood, de grootste vis op aarde. Dus al dat afval uit de Amsterdamse grachten kan heel veel zeeleven doden. Amsterdam heeft een verantwoordelijkheid om maatregelen te nemen. En ik zie het ook als een kans voor de regio Amsterdam, om een lokale circulaire economie te creëren waarbij we niet meer afhankelijk zijn van plastic.
Daarnaast doet plastic er honderden jaren over om af te breken. Het grootste probleem is dat het plastic in kleinere stukjes kan afbreken. Het worden dan uiteindelijk microplastics. Die blijven honderden jaren in de natuurlijke omgeving. Maar het gevolg is dat die microplastics overal te vinden zijn. Zelfs op de meest afgelegen eilanden en natuurgebieden. Een onderzoek heeft aangetoond dat op bergpieken ook microplastics liggen, omdat het meewaait met de wind. En die microplastics kunnen nog kleiner afbreken naar bijvoorbeeld nanoplastics. Die komen vervolgens in onze voedsel, drinkwater en lucht terecht. Dus wij krijgen ook als mens een aantal gram per maand aan plastic binnen. We weten nog helemaal niet wat de gezondheidsgevolgen zijn, omdat dit pas iets is van de afgelopen 5 jaar. Maar het idee dat plastic overal is en dat het voor iedereen schadelijk is, baart mij veel zorgen.”
Wat inspireerde je om de oceanen te beschermen?
“Vooral de persoonlijke ervaringen die ik met dieren heb gehad. Als je bijvoorbeeld met mantaroggen snorkelt of duikt dan voelt dat bijna magisch. Het zijn ook ontzettend intelligente dieren. Manta’s, maar ook potvissen, dolfijnen en zeeschildpadden van dichtbij in hun leefgebied zien, dat doet iets met je, het raakt je. De oceaan is wat mij betreft echt één van de laatste wildernissen op aarde – daar staan geen hekken omheen. Daar zie je de natuur, zoals die al miljoenen jaren is. Dat is machtig, maar tegelijkertijd zie je ook hoe ontzettend fragiel en bedreigd het is. De huidige alarmerende situatie heeft mij geïnspireerd om actie te ondernemen, want we staan nu op een punt dat het leven in de zee dreigt te verdwijnen, als we niets doen. Dat zie je met de koraalriffen gebeuren: 50 procent van de koraalriffen is inmiddels verdwenen.
Ik was eerst vooral gericht op het leven in zee zelf. Maar de connectie met mensen als probleem maar ook als oplossing, die wordt me steeds duidelijker. Net als ook de gevolgen voor ons. Op het moment dat het leven in de zee verdwijnt, heeft dat een enorme impact op de mensheid.”
Hoe is het om als onderwaterfotograaf te werken?
“Het klinkt natuurlijk fantastisch: reizen naar vaak tropische bestemmingen om daar mooie foto’s schieten. Dat is het ook zeker! Maar er komt ook veel geduld en doorzettingsvermogen bij kijken. De foto’s die op mijn website staan of in een artikel komen – zijn vaak enkele foto’s van de duizenden shots die ik heb gemaakt tijdens een reis. De bijzondere momenten duren vaak maar een paar seconden of minuten. Je bent meestal maar vijf dagen op het water en dan heb je maar een half uur dat je echt een bijzondere ervaring hebt. En je hebt te maken met wilde dieren, dus je moet ook mazzel hebben. Daarnaast moeten de omstandigheden goed zijn qua licht en zicht.
Ik heb vijf jaar gewerkt aan mijn boek Giants of the Caribbean. Er zouden oorspronkelijk twaalf diersoorten in staan, maar met drie van de twaalf foto’s is het niet gelukt. Eén daarvan was de Sailfish in Mexico. Een zeilvissoort die lijkt op een marlin. Ze jagen op scholen sardines en dan komt er een soort van bait ball , een school sardines die in het water een bol met elkaar vormen en daar zwemmen ze dan omheen. Met hun zwaard slaan ze de sardines dood om het vervolgens op te eten. Dat was echt een spektakel om te zien!”
“Ik was destijds met de bekende onderwaterfotograaf Shawn Hendricks op pad. Op de eerste dag zagen we binnen een paar uur zo’n bait ball en die herken je van een afstand, doordat er allemaal zeevogels naar beneden duiken. We waren van tevoren goed geïnstrueerd, maar twee fotografen hielden zich niet aan de afspraak. Vervolgens is de bait ball om ons heen gezwommen en waren we onze kans kwijt. Dat was op dag één. Daarna hebben we vier dagen op zee gezeten, maar we zijn helaas geen bait balls of sailfish meer tegengekomen. Zo kan het soms gaan.”
Hoe is die passie ontstaan om onderwaterfotograaf te worden?
“Toen ik ben begonnen als duikinstructeur. Mijn eerste duik heb ik in 2000 in Israël gemaakt – ik was net zestien jaar. Daarna heb ik een aantal cursussen gevolgd, zoals de Advanced en Rescue Diver-cursus. Na de middelbare school kreeg ik de unieke kans om een jaar te reizen en te werken als PADI-duikinstructeur. Ik kwam terug van mijn reis en ik had hele mooie ervaringen gehad, maar om aan mijn familie en vrienden uit te leggen hoe bijzonder het was, had ik beelden nodig. Toen ben ik met fotograferen begonnen.”
Wat was jouw mooiste moment onder water?
“Eén van mijn meest bijzondere ervaringen was met potvissen bij de Azoren in 2009. Ik had een expeditie van drie weken georganiseerd met het doel om de potvissen te fotograferen. Potvissen zijn heel schuw. Zeker in die regio, want tot eind jaren ‘80 en begin jaren ‘90 werd daar nog op de potvissen gejaagd. Potvissen worden soms wel 60 jaar oud en hebben nog steeds in het geheugen gegrift staan dat de mens een bedreiging is. Je moet echt geluk hebben dat je ze van heel dichtbij kan benaderen. Op een ochtend, tegen het einde van de reis, zagen we een hele groep potvissen, ik denk wel zestig in totaal. We gingen een aantal keer het water in terwijl de dieren ons voorbij zwommen. Maar er was één moment dat er een potvis van ongeveer schatting 15 meter op mij afzwom. Dat was onvergetelijk!”
Hoe verander jij de wereld? Wat is jouw missie?
“Mijn missie is het leven in de oceaan te beschermen en gezondere oceanen achter te laten voor de volgende generaties. Dat is niet alleen noodzakelijk maar ik gun ze ook al dat moois dat ik allemaal in zee heb kunnen zien. Het is mogelijk om het tij te keren, maar we moeten wel snel actie ondernemen. Zoals we nu bezig zijn kan echt niet meer. Het vraagt veel van ons om onze economie te transformeren en anders te consumeren, maar ik weet dat het kan. De oplossingen zijn er. Nu gaat het wel echt om de wilskracht.”
Welk pad heb je bewandeld om dit te doen als werk?
“Mijn keuze om mij te focussen op het thema ‘oceanen en duurzaamheid’, heeft mij veel kansen gebracht. Ik heb Internationale Bedrijfskunde gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ik dacht dat het bedrijfsleven belangrijk kon zijn bij veranderingen. Dit was rond 2005 toen Al Gore met zijn documentaire ‘Inconvenient Truth’ kwam, het begin van de duurzaamheidsbeweging. Tijdens mijn studententijd werkte ik als assistent voor Jan Rotmans, een uitgesproken professor uit Rotterdam. En in 2009 organiseerde ik World Ocean Day, een groot evenement in Rotterdam. Hierbij heb ik mijn oceaanhelden uitgenodigd, waaronder de kleinzoon van Jacques-Yves Cousteau, onderwatergraaf David Doubilet van National Geographic en Paul Watson van Sea Shepherd. Na mijn studie ben ik als Sustainability Strategy consultant gaan werken bij Accenture. Ik heb daar zeven jaar gewerkt en het grootste deel in het buitenland gezeten. De rode draad is altijd duurzaamheid en oceanen geweest. In 2015 kreeg ik de mogelijkheid om voor de Verenigde Naties te werken. Daar werkte ik aan een leiderschapsprogramma voor bedrijven. Dat was vlak voordat de Sustainable Development Goals werden gelanceerd. Tegelijkertijd was ik bezig met mijn boek Giants of the Caribbean. Tijdens het reizen voor mijn boek kwam ik terecht in West Palm Beach, Florida en het voelde alsof ik thuis kwam. Het is zo’n bijzondere plek – het meest oostelijke puntje van Florida, dat uitsteekt in de Atlantische Oceaan. De Gulf Stream stroomt erlangs en die brengt ontzettend veel leven met zich mee. Elke dag kun je daar mooie foto’s maken van zeeschildpadden en manatees (zeekoeien). De beslissing om hier te gaan wonen was snel gemaakt.
In 2017 ben ik in Nederland teruggekomen en heb ik weer voor Accenture aan duurzaamheid gewerkt tot ik de vacature bij WWF zag om direct aan oceaanbescherming te werken met en focus op het oplossen van het plasticprobleem. Voor mij voelde dat als een unieke kans en logische volgende stap in mijn carrière.”
Heb je nog een specifieke boodschap voor onze lezers?
“We zitten in een hele bijzondere periode. Een tijdperk waarin we goed op de hoogte zijn van de wereldwijde problematiek, maar ook van de oplossingen. We hebben alle technologie en middelen om er iets aan te doen. Het belangrijkste is de urgentie. Doe iets en doe het nu! De window of opportunity wordt alsmaar kleiner, zeker voor de generaties na ons. Dus kijk naar de keuzes die je als consument kunt maken. En kijk zelf als lid van een familie, vriendengroep, sportclub, bedrijf, school of universiteit hoe je alleen maar vooral ook samen kunt bijdragen aan de oplossing. Wil je weten hoe? Kijk dan snel op FreeTheSea.nl.”
Donderdag 20 juni is Vincent Kneefel aanwezig bij Let’s Get Serious About Plastic tijdens het festival WeMakeThe.City.
Reserveer je plek hier.