In de recente Omgevingsvisie Amsterdam 2050 stelt de gemeente dat de ontwikkeling van hoogbouw in de stad veel sneller gaat dan werd voorzien. En dat vindt Amsterdam eigenlijk wel prima. “Hoogbouw kan worden gebruikt om zeer hoge dichtheden te realiseren op plekken waar de druk op de ruimte hoog is en die goed zijn ontsloten door openbaar vervoer en fiets.”, staat er in de Omgevingsvisie. Gaan we Dubai achterna? En is het er leuk wonen?
Op woensdag 11 mei praten we erover in het programma: ‘Thuis op hoogte’.
Amsterdam moet heel veel woningen bouwen en een van de oplossingen is: de hoogte in. Torens van meer dan 100 meter zijn geen uitzondering meer in de stad en er staan nog heel wat torens op stapel.
Hoe is nou om zo hoog te wonen en te leven? Ver van de straat en alle mensen die daar hun dingen doen? Ontstaat er iets als een dorpsgevoel in zo’n gebouw waarbij je de buren kent en met elkaar optrekt? Voel je jezelf echt thuis als je de vliegtuigen zo ongeveer langs je huiskamerraam ziet scheuren?
We vragen het aan enkele bewoners van hoge woongebouwen.
De gemeente wil het hoogbouwbeleid gaan uitwerken en daarom is het goed om de ervaringen met de bestaande woontorens op een rijtje te zetten. Om ervan te leren zodat we aan de nieuwe projecten in de stad goede randvoorwaarden kunnen stellen. Hierover praten we met architecten, stedenbouwkundigen en beleidsmakers.
Ook kunnen we leren van de ervaringen uit andere wereldsteden, waar super-wolkenkrabbers zijn gebouwd die de hoogte van onze torens ver te boven gaan. Technisch is dat tegenwoordig geen probleem meer. De New Yorkse architect Stefan Al vertelt over zijn ervaringen met ‘Supertall’ gebouwen en geeft zijn visie op de hoogbouw in Amsterdam. Gaan we Dubai en Hong Kong achterna of moeten we dat niet willen?
Meld je hier aan voor het programma ‘Thuis op hoogte’ (gratis toegankelijk, reserveren verplicht)