In Baba duikt Bo Hanna in zijn schokkende familiegeschiedenis en onderzoekt hij wat het betekent om als kind ontvoerd te worden door een ouder. Op vierjarige leeftijd wordt Bo samen met zijn broers door hun vader meegenomen van Stockholm naar Caïro en later naar Nederland. Zijn moeder ziet hij pas vijftien jaar later terug. Twintig jaar na de ontvoering vraagt Bo zich af hoe dit kon gebeuren en hoe het zijn leven heeft beïnvloed.
Lees hier een aantal stukjes uit het boek om een eerlijk inkijkje te krijgen in de ervaring van ouderlijke kinderontvoering:
De nachten in Caïro waren onrustig. In mijn hoofd was het net zo gejaagd als in de stad zelf. Tijdens de vele slapeloze nachten voelde ik me nog verder van huis dan ik al deed. In bed piekerde ik over mijn mama. Ik begreep niet waarom ze er niet meer was. Angsten die overdag door alle prikkels naar de achtergrond verdwenen wisten me in de duisternis alsnog te vinden. Zouden we nooit meer naar huis gaan? Zou ik mijn moeders stem nooit meer horen? Tot ons vertrek naar Egypte was ze altijd aanwezig geweest. Ik vroeg me af waarom ze mij en de wereld had verlaten terwijl buiten de auto’s door bleven toeteren en dat enge gezang van mannen me opnieuw kwam kwellen.
Tijdens de boekpresentatie op woensdag 29 mei bespreken we ouderlijke kinderontvoering en de impact ervan op kinderen. We stellen vragen over de manier waarop we deze kwestie kunnen aanpakken en hoe we de rechten van kinderen beter kunnen waarborgen.
Op een verzengend hete middag, de zon brandde fel door het raam en wierp lange schaduwen op de betegelde vloer van de woonkamer, raapte ik al mijn moed bij elkaar om het opnieuw te vragen. Ik zat op de bank, met mijn benen bungelend boven het Perzische tapijt, terwijl de geluiden van de drukke straat tot in ons appartement doordrongen. Ik zag baba in de gang staan, hij was aan de telefoon en had een glimlach op zijn gezicht. Toen hij ophing en de woonkamer in liep vuurde ik mijn vraag op hem af: wanneer gaan we weer naar mama? Baba keek me indringend aan, haast afkeurend, maar bleef stil. Precies toen ik durfde te verwachten dat er eindelijk een antwoord zou komen werd zijn blik strenger en was er frustratie in zijn ogen te zien: ‘Mama is dood, hou er nu maar over op!’ riep hij. Ik schrok, en al wist ik niet wat de dood daadwerkelijk inhield, het was mij duidelijk: mijn moeder zou ik nooit meer zien. Het had geen zin om vragen te blijven stellen.