Al van jongs af aan is Peter geïnteresseerd in street art. Op dit moment is hij bezig met het opzetten van het grootste street art museum ter wereld in de voormalige lasloods op het NDSM-werf. Op 1 April is Peter aanwezig in Pakhuis de Zwijger bij het programma Unauthorized Collection waar er o.a. een discussie gevoerd zal worden rondom het controversiële imago van street art.
Hey Peter, allereerst; wie ben je en wat doe je?
Op dit moment ben ik voornamelijk bezig met de opening van een street art museum op de NDSM-werf. Dit wordt het grootste street art museum ter wereld waarin het kleinste werk groter dan de Nachtwacht is. Het begon eigenlijk allemaal met Kings Spray. Dat is een evenement op 27 april waar verschillende workshops worden gegeven en waar kunstenaars live werk komen maken. Ik werd benaderd door de IJ-hallen met de vraag of de kunst die gemaakt was op Kings Spray in de voormalige Lasloods opgehangen kon worden. In die gigantische loods leken de al grote kunstwerken weg te vallen bij de enorme muren. Toen heb ik een aanbod gekregen om de loods te vullen met groter werk. Dit aanbod heb ik met beide handen aangegrepen en zo ben ik aan de slag gegaan met dit grote project. We nodigen kunstenaars bij ons uit om grote werken te komen maken. Daarbij geven we verder geen richtlijnen en is er gehele vrijheid bij het creëren van de werken, want dit vind ik heel belangrijk. Oorspronkelijk zou het museum in 2017 al openen maar de loods bleek flink gerenoveerd te moeten worden. De renovatie van dit rijksmonument is nog een hele klus voornamelijk omdat het dak nog geheel vervangen moet worden. Daarom opent het museum nu wat later dan gepland.
Voor welke uitdagingen kom je nog meer te staan?
Naast de praktische uitdaging van de renovatie moet er verder ook worden gekeken naar de presentatie van het werk. Het is belangrijk bij street art dat er nagedacht wordt over de context waarin de kunst tentoongesteld wordt. De lasloods heeft – naar mijn mening- wel een geschikte sfeer. Street art is natuurlijk vrij vaak locatie-specifiek en daarom is het belangrijk om in gedachte te houden hoe je de boodschap in de goede richting duwt, en de scherpte van het werk hetzelfde blijft.
Waar haal jij je inspiratie vandaan?
Het begon al als jong jochie met mijn naam op muren schrijven, wat ik vaak deed in leegstaande fabriekshallen. Zo is voor mij het cirkeltje wel weer rond eigenlijk nu ik op deze leeftijd bezig ben met het project in de toenmalige lasloods. Ook heb ik vroeger veel inspiratie gehaald uit de documentaire Style Wars. Deze film gaat over een groep jongens die de metro’s in New York bespuiten met graffiti. Deze jongens waren net wat ouder dan ik in die tijd en ik zag hen als voorbeeld. Mijn liefde voor street art is zo doorgegroeid. Op dit moment maak ik zelf niet veel werk meer maar houd ik me dus voornamelijk bezig met het cureren van street art en urban art.
Een opwarmertje voor het programma, waar kan het gesprek over gaan?
Het gesprek zal onder andere gaan over de vraag: Is street art nog wel street art op het moment dat het in een museum hangt? Het liefst meng ik mij niet in die discussie, het is namelijk meer een semantische discussie. Het ligt eraan wat voor label je erop plakt. Verder is de boodschap van de kunstenaar in principe medium onafhankelijk.
Tot slot een hele idealistische vraag: Hoe verander jij de wereld?
”Wauw” [lacht]. ‘’Als ik de baas zou zijn van het journaal…’’. Enerzijds wil ik graag waardering voor street art creëren omdat bijvoorbeeld de traditionele kunstwereld erg kritisch naar street art kijkt. Ik wil de beeldvorming van street art dus graag positief beïnvloeden. Daarnaast wil ik de bezoeker een nieuwe frisse blik op kunst geven door deze openbare loodsruimte te gebruiken. Het leven van mensen meer kleur geven en creativiteit bij jongeren stimuleren.