Als het gaat om het includeren van vluchtelingen hebben veel Nederlanders goede bedoelingen. Hulp wordt geboden vanuit allerlei hoeken. Maar wat als het beeld, dat Nederlanders van vluchtelingen hebben, een barrière is voor daadwerkelijke integratie? Hoogleraar Halleh Ghorashi vertelt ons over haar werk, waarbij zelfreflectie en het versmelten van verschillende horizonnen een belangrijke rol spelen.
Hoi Halleh! Wie ben je en wat doe je?
“Ik ben hoogleraar diversiteit en integratie met een multidisciplinaire achtergrond. Op het moment werk ik bij de afdeling sociologie, maar ik heb een achtergrond in antropologie, vrouwenstudies, organisatiestudies en filosofie. Ik noem mezelf een disciplinaire nomade, gericht op het vraagstuk van diversiteit en inclusie. Ik heb twee rode draden in mijn werk. Enerzijds zijn dat vraagstukken over diversiteit. Wat is diversiteit? Wat betekent diversiteit voor sociale verhoudingen in de samenleving en in organisaties? Anderzijds gaat het om de methode die ik gebruik: ‘de narratieve methode’. Mijn onderzoek is gebaseerd op verhalen en belevingen van mensen (voornamelijk migranten en vluchtelingen), en hoe zij hun positie in de samenleving en in organisaties vormgeven.”
Moet ik jouw methode zien als een tegenpool t.o.v. een structurele interpretatie over integratie?
“Je zou vanuit verhalen ook iets kunnen zeggen over de structurele kant van integratie, maar als ik mij ergens tegen verzet dan is het ‘cijfermatige categorieën’. Als je het over vluchtelingen en migranten hebt, dan wordt dat meestal cijfermatig getoond, bijvoorbeeld in percentages van werkloosheid. In mijn werk probeer de belevingen achter die cijfers zichtbaar worden. Verhalen en processen achter de vaak gepresenteerde feiten rondom de categorieën van vluchtelingen of migranten kennen veel meer gelaagdheid dan wat cijfers überhaupt kunnen weergeven.”
Hoe vindt je dat Nederland het vraagstuk van integratie aanpakt?
“Ik ben al twintig jaar bezig met vraagstukken over diversiteit, integriteit en inclusie. Wat mij heel erg opvalt is dat in Nederland veel mensen denken dat ze goed bezig zijn, goede bedoeling hebben, en denken dat het genoeg zal zijn voor inclusie. Wat ik zie gebeuren is dat goede bedoelingen echte inclusie in de weg staan. Door het idee dat jij goed bezig bent om de anderen de kans te geven onderdeel te zijn van de samenleving of een organisatie, reproduceer je hiërarchische verhouding tussen jezelf als de gever en de ander als de nemer. De ander wordt afhankelijk van jouw goede bedoelingen. Hierdoor creëer je geen gelijkwaardig positie. Mijn focus is gericht op de mensen die goede bedoelingen hebben en ik stel de vraag: waarom lukt het niet deze te volbrengen? Waarom hebben wij nog steeds zo veel werklozen met een migratieachtergrond? Waarom voelen ze zich niet thuis in Nederland? Terwijl er dus wel mensen zijn met goede bedoelingen. Wat mijn onderzoek voornamelijk uitlicht is dat bij mensen die graag de ander willen helpen zelf reflectie (op eigen beelden en uitgangspunten) nodig is om gelijkwaardige posities te creëren zodat de anderen vanuit hun talenten en kwaliteiten benaderd worden en niet alleen vanuit de hulpvraag die door de gever geholpen moet worden. We zullen grote stappen kunnen maken als mensen met de goede intenties ook reflectie toe laten zodat goede bedoelingen tot goede acties leiden.”
Was is de aanpak om dat mogelijk te maken?
“Reflectie is lastig als je conditie te zien van structurele verandering. Reflectie begint klein en individueel maar kan grote effecten hebben op het leven van anderen. Bij de Refugee Academy, hebben wij een lijn opgezet zodat we met alle partijen die met vluchtelingen bezig zijn (maatschappelijke stakeholders, beleidsmakers, vluchtelingen, wetenschappers, etc.) in gesprek kunnen gaan om de relevante vragen te stellen. Wat is eigenlijk het beeld dat wij hebben van vluchtelingen? En als we het over inclusie hebben, wat is daarvoor nodig? Dan zie je dat heel veel mensen vluchtelingen willen helpen, maar nooit loskomen van het beeld dat vluchtelingen een achterstand hebben. De bril waar we doorheen kijken is erg gefixeerd op achterstand. Als je daarop reflecteert zie je dat er veel rijkdom van talen en kwaliteiten achter verborgen zit en dat we deze niet zien omdat de bril die wij hebben een beperkt beeld geeft. Door met elkaar in gesprek te gaan en dichter bij de leefwereld van de vluchtelingen te komen kan die bril verruimen. Dat is heel erg belangrijk om mensen een waardig plek te geven in de samenleving of in organisaties.”
Zie je dat andere landen dat beter aanpakken?
“Elk land heeft zijn eigen contextuele en historische vormen. Ik heb veel naar Nederland en Noord-Europese landen gekeken. Deze verzorgingsstaten hebben de structuur die ingericht is om andere mensen te helpen, daardoor wordt het lastiger om mensen als gelijken te zien. Bij landen waar die hulp er niet is, zoals Amerika, zie je dat vluchtelingen makkelijker hun plek vinden omdat zij goed zijn in overleven. Maar wanneer zij niet de middelen hebben om hunzelf te ontwikkelen, dan komen ze in echt grote problemen. Er is geen vangnet om ze te helpen. Elke land heeft zijn eigen voor- en nadelen en dynamiek, die tegenover elkaar zetten helpt ons om bewust te worden van onze eigen kaders.”
Wat verwacht je van het programma?
“Ik gebruik de term inclusie, voor mij is dat een interessante term. Ik begrijp ook de kritiek die sommigen op de term hebben, want het gaat dan toch weer over machtsrelaties. Wie mag wie includeren? Ik vind het interessant om daar over in discussie te gaan, want ik wil geen concept als vanzelfsprekend aannemen. Ik verwacht ook dat mijn denken in termen van inclusie een stap verder komt door zo’n gesprek.”
Mag ik een voorproef krijgen van jouw visie op inclusie?
“Voor mijn is inclusie verbonden met diversiteit. Dat wil zeggen dat wij anders in het leven staan en ander soort netwerken hebben. Historische achtergrond van iemand is daarbij van belang. Inclusie is voor mij wanneer je in staat bent mensen met diverse achtergronden (ofwel verschillende horizonnen) met elkaar in verbinding te brengen. Versmelting van diverse horizonnen zorgt voor vernieuwing door verruiming van ons perspectief. Inclusie gaat dus om de verbinding die je creëert tussen verschillende perspectieven. Dat is moeilijk, maar dit is vooral van belang wanneer het moeilijk is, wanneer het niet vanzelfsprekend gaat. Wat ga je daaraan doen? Dat is voor mij inclusie.”
Woensdag 11 december is Halleh Ghorashi als spreker aanwezig bij het programma ‘Inclusie: tussen polderen en polariseren’. Reserveer hier je plek!