Het stadsbestuur van Amsterdam wordt al decennialang vertegenwoordigd door een links-getinte coalitie. Toch is Amsterdam in de afgelopen 40 jaar steeds meer een stad geworden voor de middenklasse. Dit zien we onder andere terug in de woningbouw. Waar we in de jaren ’80 trots waren op de sociale woningbouw, lijkt het alsof we dat nu zijn op moderne en peperdure appartementencomplexen zoals de ‘Amsterdamse Arc de Triomphe’, ofwel het Pontsteigercomplex in de Houthavens. Grootschalige woningbouwprojecten zoals deze zijn tegenwoordig gericht op de middenklasse. Daarmee lijkt Amsterdam steeds meer een stad te worden die niet meer voor iedereen is, maar voor sommigen. De woningbouw is slechts een voorbeeld, want achter het verhaal van de hoge hijskranen gaat een verhaal schuil van sociale en economische veranderingen die nauw samenhangen met bijvoorbeeld gentrificatie, electorale dynamiek en middenklasse politiek.
Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Een goede vraag om wat langer bij stil te staan! Daarom gaan sociaal geografen en auteurs van het boek ‘Making the Middle Class City’ Wouter van Gent en Willem Boterman tijdens de boekpresentatie op 4 april dieper in op de vraag: hoe kan het dat ondanks de linkse stadsbesturen die Amsterdam heeft gehad, het een stad is geworden die gericht is op universitair geschoolden?
Eerst presenteren de auteurs hun boek en in het tweede blok praten we daar met verschillende sprekers over door. Dit doen we met o.a. Maarten van Poelgeest (van 1998 tot 2006 gemeenteraadslid in Amsterdam en van 2006 tot 2014 wethouder voor GroenLinks en verantwoordelijk voor Ruimtelijke Ordening, Gebiedsontwikkeling, Klimaat & Energie) en Anouk Kootstra (politicoloog, docent aan de UvA, onderzoeksjournalist bij Investico). Zij schrijft geregeld voor de Groene Amsterdammer en houdt zich veel bezig met de thema’s klasse en sociale mobiliteit.