Het Nederlands Film Festival maakt onderdeel uit van onze PublicSpaces coalitie én doet mee aan de komende PublicSpaces conferentie, volgende week in Pakhuis de Zwijger. Daar hopen ze een samenwerking te kunnen starten met andere culturele instellingen, die ook vinden dat het tijd is voor verandering en verbetering van het internet. Directeur Silvia van der Heiden praat over de huidige problemen, de moeilijke zoektocht naar alternatieven voor Big Tech en het belang van vereniging bij het verbeteren van het internet.

 

Het Nederlands Film Festival is aangesloten bij onze PublicSpaces coalitie. Leuk! Waarom hebben jullie die keuze gemaakt?

Toen PublicSpaces drie jaar geleden werd opgericht, speelde net weer de enorme discussie rondom de veiligheid van Facebook en de manier waarop ze gebruikersgegevens inzetten als marketinginstrument. Als filmfestival maken we natuurlijk gebruik van sociale media om ons publiek te bereiken, maar tegelijkertijd willen we respectvol omgaan met hun gegevens. We zochten daarom naar een manier waarop we bepaalde grenzen in acht konden nemen wat betreft privacy en tegelijk mensen goed konden bereiken. Toen kwam PublicSpaces met een alternatief. Bewust van onze rol als publieksinstelling en tevreden met de aantrekkelijke propositie van PublicSpaces zijn we daar toen bij ingestapt.

Het probleem is dus vooral het gebruik van sociale media en de privacy van bezoekers?

Ja, er zijn natuurlijk twijfels over of dit nou de wijze moet zijn waarop je met gegevens van mensen omgaat.

Want liever niet, maar er is niet echt een alternatief?

Ja, precies.

Hoe zit dat dan intern bij jullie organisatie? Maken jullie bijvoorbeeld gebruik van software waar jullie je vraagtekens bij zetten?

Ja, zeker nu in deze gekke tijd hebben we heel veel nieuwe tools en applicaties waarvan we niet altijd zeker weten of dat nou de meest veilige optie is. We hebben een vrij strikt regime over het gebruik van de server, maar je merkt gewoon dat mensen toch om even snel met elkaar een document te bewerken, makkelijk overstappen naar Google Drive. Daar kun je best je vraagtekens bij zetten. Het is een constante afweging tussen wat we nog in orde vinden en wat het makkelijkst werkt.

 

 

Waar zou je willen beginnen met het verbeteringsproces?

Ik denk dat dat echt begint met intern daarover goeie afspraken maken en te kijken waar nou eigenlijk de wensen en behoeften liggen. Iedereen leeft natuurlijk van dag tot dag en je springt daarbij makkelijk op de trein die al rijdt. Dus inderdaad; Google Drive heeft zoveel mogelijkheden, waarom zou ik er geen gebruik van maken? Het voldoet aan behoeften die er kennelijk zijn, waar nu niet op een betere oplossing voor is. Dus het begint echt met het stellen van de vraag: wat zouden we dan willen als alternatief?

En denk je dan dat je een hele interne organisatie in één keer daarin meekrijgt? Eye Filmmuseum is bijvoorbeeld begonnen met een afdeling overstappen op Nextcloud.

Het is misschien goed om te vertellen hoe ons festival werkt. Wij zijn natuurlijk een hele ruime organisatie. Gedurende het jaar zitten we met achttien tot twintig mensen op kantoor. Dat zijn allemaal kleine contracten. In september vindt het festival plaats, dus rond april gaan we dan groeien. Dat gaat echt razendsnel. Ineens ga je van twintig naar vijftig collega’s en een maand later zit je op honderd. Tijdens het festival lopen er vijfhonderd mensen rond. Dat betekent dat als je dat wilt aansturen, je van tevoren bijna op militair niveau afspraken moet maken over wat wel en niet kan. Dat zal grotendeels goed gaan, maar de eerlijkheid biedt wel om te zeggen dat je heel veel freelancers erbij krijgt waarmee het moeilijker is afspraken te maken. Iedereen wil natuurlijk zo goed en zo snel mogelijk zijn werk doen, waarbij mensen dan makkelijk grijpen naar de populaire tools. Daarnaast bestaat een festival ook nog eens uit honderd verschillende projecten, met ieder een projectleider, een producer, et cetera. Die proberen dan ieder binnen hun eigen mogelijkheden zo soepel mogelijk hun project te organiseren.

Kortom, het zal geen gemakkelijke weg zijn. Ik begrijp dat Eye dan kiest voor één afdeling. Het is in ons geval bijna ondoenlijk om in één keer voor al die mensen en projecten regels op te leggen.

En soepele alternatieven zijn er niet?

Nou, die ken ik simpelweg niet. Die zoektocht vergt verdieping. Gelukkig hebben we sinds vorig jaar een ICT-manager, maar daarvoor was die er niet. Je moet het echt hebben van mensen die daar toevallig extra interesse voor hebben en dat willen oppakken.

Het Nederlands Film Festival doet mee aan de PublicSpaces conferentie volgende week. Wat hopen jullie daaruit te halen?

Ik denk dat we vooral op zoek zijn naar die alternatieven. Daarnaast heb je als culturele instelling de ander nodig om een verbeterslag te kunnen maken. We zijn geen Shell of Unilever die daar mega investeringen in kunnen doen.

Afgelopen jaar hebben wij bijvoorbeeld een digitaal platform ontwikkeld in samenwerking met IFFR, IDFA en Cinekid. Dat hebben we echt kunnen doen omdat we met z’n vieren samenwerkten. Dit geldt ook voor PublicSpaces. Als je hier stappen in wilt zetten, dat kunnen we dat alleen doen door de krachten te bundelen.

Zijn jullie op dit moment al bezig met kleine ministapjes?

Nee, we moeten echt nog beginnen.

Hopen dat de conferentie daarbij gaat helpen!

Ja, dat is inspiratie!

 

Het Nederlands Film Festival zal op 12 maart onderdeel uitmaken van het dagprogramma van onze conferentie. Kom ook en praat en denk met ons mee in Pakhuis de Zwijger, over de toekomst van het internet en hoe we het weer tot een gezonde publieke ruimte kunnen maken.

Tijdens de PublicSpaces Conferentie organiseert de PublicSpaces coalitie een dagprogramma voor professionals uit de publieke sector en ontwikkelaars die op zoek zijn naar een uitweg uit big tech. In de avond vindt het programma plaats voor alle enthousiaste en geïnteresseerde kijkers.

Samengesteld door
Fenno Verdaasdonk
Hoofd Marketing en Communicatie