“Als je zegt dat je op lage plekken niet meer mag bouwen, dan hebben we in een groot gedeelte van Nederland problemen.” Met die woorden legde minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer begin oktober een bommetje onder het principe van ‘water en bodem sturend’. Dat is volgens haar te restrictief. Met de huidige woningnood kunnen we ons dat niet veroorloven. Is dit een terechte insteek? We gaan erover in gesprek met politici, wetenschappers, bouwers en ontwikkelaars.
Over het programma
De woningnood noodzaakt tot meer flexibiliteit. Meer hinder, “misschien een keer water in de achtertuin”, dat is volgens de minister best acceptabel. “Ik zeg hier nou niet dat wij moeten accepteren dat we worden overstroomd. Maar de uiteindelijke weging heeft te maken met wat wij nou acceptabel vinden in welk gebied van Nederland als wij tegelijkertijd een miljoen woningen moeten gaan bouwen.”
Met de nieuwe koers van Keijzer sterft het beleid van Rutte IV om het water- en bodemsysteem de basis te laten zijn bij de ruimtelijke inrichting van Nederland een vroegtijdige dood. Tijdens deze avond gaan we in gesprek met politici, wetenschappers, bouwers en ontwikkelaars over de wijziging. Rechtvaardigt de woningnood inderdaad losser beleid? Hoe garandeer je dan de veiligheid van inwoners? En wat zijn acceptabele risico’s, als je kiest voor rekening houden met bodem en water in plaats van sturend?