Internationale organisaties, waaronder het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, hebben meerdere malen benadrukt dat Roma, Sinti en woonwagenbewoners één van de meest achtergestelde en gediscrimineerde bevolkingsgroepen zijn in Europa. Ook de cijfers in Nederland liegen er niet om. Zo toonden recente onderzoeken aan dat maar liefst 83 procent van de Nederlandse Roma en Sinti discriminatie ervaren in de vorm van belediging, bedreiging of geweld en dat 98 procent van de Sinti en woonwagenbewoners in Nederland vindt dat er te weinig standplaatsen zijn om volgens hun eigen tradities en cultuur te kunnen leven. Het tekort aan staanplaatsen is een gevolg van het zogeheten ‘uitsterfbeleid’ dat Nederland heeft gevoerd richting deze groep na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens dit programma gaan we in gesprek over anti-ziganisme, hoe dit zich vertaalt in de achterstelling van Roma, Sinti en reizigers en welke nationale beleidsverbeteringen er moeten plaatsvinden. We gaan in gesprek met de politiek, discriminatie-bureaus en belangenorganisaties over hoe we specifiek de positie van Roma, Sinti en reizigers in Amsterdam kunnen verbeteren.
In Nederland gold tot 2018 een ‘uitsterfbeleid’ voor woonwagens. Al meer dan een eeuw hebben Roma, Sinti en woonwagenbewoners in Nederland last van zulke discriminerende wet- en regelgeving. En van een stigma. Wie naar het woonwagencentrum kijkt, ziet: zo wordt discriminatie institutioneel.
Deze factsheet gaat in op de achtergronden en de maatschappelijke positie van Sinti en Roma in
Nederland.
Uit het onderzoek blijkt dat discriminatie van Roma en Reizigers in België, Frankrijk, Ierland, Nederland, Zweden en het VK vaak voorkomt.