De invloed van big-tech-miljardairs op de stemmingen in Groot-Brittannië en Duitsland, een hybride oorlog vanuit Rusland en TikTok-verkiezingen in Roemenië. Wat dat met elkaar te maken heeft? In al deze casussen speelt (des)informatie een reusachtige rol in het sturen van de publieke opinie. Op 13 maart gaan we hierover in gesprek met onder anderen Correspondent-journalist Maurits Martijn en Europarlementariër Kim van Sparrentak. Maar wat is desinformatie eigenlijk? En hoe sterk beïnvloedt nepnieuws de publieke opinie?
In 2024 mocht de helft van de wereldbevolking naar de stembus. De media besteedden veel aandacht aan desinformatie tijdens de verkiezingen, waarbij vaak Rusland en China als verspreiders werden genoemd. De zorgen over nepnieuws zijn dan ook groot, maar de werkelijke impact is onduidelijk.
Misinformatie en desinformatie
Nepnieuws kan worden opgesplitst in de termen misinformatie (verkeerde informatie, maar zonder het doel om schade te veroorzaken) en desinformatie (het opzettelijk en doelbewust verspreiden van foutieve informatie). Vooral desinformatie is een veel besproken onderwerp in het politieke debat over nepnieuws. In juni 2024 schreven toenmalig staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering Van Huffelen en minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De Jonge een voortgangsbrief over de ‘strategie voor effectieve aanpak van desinformatie’. ‘De verspreiding van desinformatie, uit zowel binnen- als buitenland, vormt een groot risico voor het vrije en open debat’, luidde de eerste zin.
De Franse politica Constance Le Grip betoogde in 2024 aan de NOS: “Er wordt door Moskou massaal nepinformatie en gemanipuleerd nieuws in Frankrijk verspreid. En dat alles samen bedreigt het functioneren van onze democratie”. Ook de berichtgeving over de Duitse verkiezingen in 2025 staat vol met analyses over de rol van desinformatie. Aan de ene kant zien we berichtgeving over de toename van nepnieuws, aan de andere kant zien we dat Big Tech-bedrijven zoals Meta de samenwerkingen met factcheckers stoppen. De angst voor de gevolgen van nepnieuws groeit.
De gevolgen van nepnieuws
Maar, moeten we wel zo vrezen voor de gevolgen van nepnieuws? Verschillende wetenschappelijke onderzoeken concluderen dat er geen bewijs gevonden kan worden voor grootschalige effecten. De meeste mensen komen weinig in aanraking met nepnieuws, en degenen die dit wel doen, worden vaak slechts bevestigd in al bestaande denkbeelden. Dat nepnieuws zou zorgen voor verandering van denkbeelden is niet te onderbouwen met de onderzoeksresultaten. De berichtgeving over nepnieuws lijkt pessimistischer dan de realiteit.
“Ja, het [nepnieuws] bestaat en ja, landen als Rusland en China doen pogingen om te ontwrichten – net als de VS, overigens – maar bedoeling en activiteit moeten niet verward worden met impact,” schrijft Maurits Martijn in De Correspondent. Hij waarschuwt voor het aanwakkeren van angst voor nepnieuws. Wanneer mensen veel berichten over nepnieuws zien, zullen zij sneller geneigd zijn alle nieuws en informatie te wantrouwen.
Een belangrijk onderscheid is dat als het aantal mensen dat nepnieuws te zien krijgt en dit gelooft klein is, de effecten niet per definitie ook marginaal zijn. Zo hebben we met de bestorming van het Amerikaanse Capitool in 2021 gezien dat een kleine gewelddadige groep naar aanleiding van desinformatie reële schade kan aanrichten. Ook bij de rellen in het Engelse Southport in juli 2024 speelde nepnieuws een rol. Na een steekpartij waarbij drie meisjes om het leven kwamen werd er op X druk gespeculeerd over de dader. De uitkomst van deze speculaties: de dader zou een Arabische moslim zijn. Ondanks dat dit niet correspondeerde met de werkelijkheid, trokken relschoppers massaal naar een moskee.
Binnenlandse nepnieuwsverspreiders
Bij zowel de Capitoolbestorming als de Southport-rellen werd nepnieuws verspreid door binnenlandse politici of opiniemakers, en dus niet door buitenlandse inmenging. Dat de buitenlandse verspreiding van nepnieuws grote effecten heeft is, zoals wetenschappelijke onderzoeken concludeerden, tot op heden niet bewezen. Dat neemt niet weg dat desinformatie toch een reëel effect heeft op de democratie. Door het nieuwe beleid van Meta om te stoppen met factcheckers, kunnen binnenlandse nepnieuwsverspreiders nog meer invloed krijgen op de publieke opinie.
Hoe kunnen we ons voorbereiden op de toename van nepnieuws en de effecten op onze maatschappij?