Op maandag 10 maart gaan we bij Pakhuis de Zwijger in gesprek over de toekomst van de agrarische sector. Esther Molenwijk (maker van Studio Plantaardig) leidt de discussie over de stikstofcrisis: waarom staan we nu op een kritiek kantelpunt en hoe werken we naar een gedeelde toekomst? Terwijl in Nederland boerenprotesten en politiek getouwtrek de agenda domineren, zet Denemarken grote stappen richting een structurele oplossing, met steun van zowel milieuactivisten als vleesproducenten. Hoe hebben ze dit bereikt en wat kunnen Nederlandse activisten en beleidsmakers hiervan leren?
“Plant-based foods are the future,” luidt de eerste zin van het Deense actieplan voor landbouw–een rapport ondersteund door niet alleen fanatieke milieuactivisten, maar ook rechtse partijen en zelfs vleesproducenten. Het strategisch brein achter dit nieuwe actieplan is Rune-Christoffer Dragsdahl, leider van de Vegetarian Society of Denmark. In een interview met Esther Molenwijk vertelt hij over zijn visie, aanpak en zijn onmiskenbare succes.
Denemarken van vleesland naar plantbased
Met haar 28 miljoen varkens heeft de Deense vleesindustrie een ongekende invloed op politiek en economie. De vleeslobby is sterk en vlees is spotgoedkoop. Marktleider Danish Crown draagt daar flink aan bij – niet alleen als de grootste varkensproducent, maar ook met schaamteloze greenwashing praktijken. Met claims over ‘klimaatvriendelijk’ varkensvlees en het keurmerk “climate controlled” wekt het bedrijf een duurzaam imago dat haaks staat op de realiteit. In 2024 besloot de Vegetarian Society of Denmark daarom samen met de klimaatbeweging een rechtszaak aan te spannen tegen de vleesreus. De inzet: het stoppen van de misleidende claims over de klimaatvriendelijkheid van hun varkensvlees. Met succes! Danish Crown erkende in de rechtszaal dat de kritiek van de klimaatactivisten terecht is. Dit laat zien dat er ook in een ‘vleesland’ als Denemarken nog hoop en animo is voor duurzame verandering.
En zo zijn er nog veel meer stappen gezet richting een rechtvaardiger voedselsysteem, met als klap op de vuurpijl het Deense Actieplan voor Plantaardig Voedsel. In dit rapport komen verschillende strategieën aan bod om de landbouwsector meer plantaardig in te richten. Het plan omvat een fonds van 100 miljoen euro om plantaardige initiatieven te stimuleren en voorziet in subsidies voor boeren die eiwitrijke gewassen verbouwen. Volgens Dragsdahl ligt de focus echt op het ontwikkelen van de plantaardige industrie en het bieden van educatie in plantaardig koken in bijvoorbeeld zorginstellingen, zodat een dier-vrij dieet genormaliseerd wordt op institutioneel niveau. Hoewel het actieplan geen kwantificeerbare doelen stelt voor vleesreductie, is de duurzame verschuiving onmiskenbaar. En dat met alle belanghebbers aan boord. Wat kan Nederland daarvan leren?
Neem iedereen mee met een positief vooruitzicht
In het opzetten van het Deense actieplan zijn een aantal strategische keuzes gemaakt, vertelt Dragsdahl. De klassieke volgorde van menig ngo rapport, met probleemstelling voorop en adviezen achteraan, is voor dit project volledig omgegooid. Waar een angstaanjagende en deprimerende beschrijving van het probleem vaak als eerst het podium krijgt, begint het Deense rapport juist met de marktpotentie en oplossingen die de plantaardige sector te bieden heeft. Die positieve aftrap deed wat het moest doen: al snel toonden verschillende politieke partijen en boeren interesse in het plan. Volgens Dragsdahl is het belangrijk om te focussen op waar we meer van willen, in plaats van waar we minder van willen. In plaats van kritiek te leveren op de vleesindustrie, benadrukken Deense activisten de economische kansen van plantaardige voeding. Dat is alvast les één.
Alliantie tussen bio en plantaardig
Een andere interessante strategie van de Denen is de alliantie tussen de biologische industrie en de plantaardige sector. In Nederland staan die twee bewegingen vaak tegenover elkaar, omdat ze het niet eens kunnen worden over de rol van vlees in de landbouw van de toekomst. Dragsdahl brengt de aandacht juist naar de overeenkomsten tussen de twee bewegingen: het streven naar een duurzame, groenere voedselketen. Hij benadrukt dat minder en beter vlees én een sterke plantaardige sector juist hand in hand kunnen gaan.
Balans in idealisme en pragmatiek
Een laatste advies van Dragsdahl is het vinden van de balans tussen idealisme en pragmatiek. Een pragmatische instelling is essentieel als je andersdenkenden mee wil nemen in jouw visie voor de toekomst. Het is niet mogelijk om in je eentje radicale verandering af te dwingen, al wil je het nog zo graag. Als activist en beleidsmaker is het belangrijk om ruimte te maken voor een productieve dialoog. Gebruik je idealisme ter inspiratie, maar blijf nieuwsgierig en wees open, concludeert Dragsdahl. Alleen dan is het mogelijk om samen naar een nieuw normaal te bewegen.
Praat mee in Pakhuis de Zwijger
Op maandag 10 maart praten we verder met milieuactivisten, jonge boeren en een journalist die naar Denemarken afreisde om met eigen ogen te zien of onze noorderburen ons voorland kunnen zijn. Samen denken we na over de toekomst van de Nederlandse landbouw. Wil je meepraten? Meld je hier dan gratis aan!
Wil je de strateeg achter het Deense actieplan nog beter leren kennen? Beluister dan het volledige interview in de podcast Studio Plantaardig.
Veel dieren, veel grasland, veel productie. De Deense landbouw lijkt sterk op die van Nederland. Toch lukte het de overheid daar wél om met boeren een akkoord te sluiten over vergaande milieu- en klimaatmaatregelen. Hoe kan dat?