Instock zet voedselverspilling letterlijk op de kaart. Vijf jaar geleden richtte Freke van Nijmegen met twee anderen Instock op, en inmiddels zijn er restaurants in Amsterdam, Utrecht en Den Haag. Het bewustzijn groeit. We gingen met haar in gesprek over het ontstaan van Instock, de circulaire economie en haar visie op de Nieuw Amsterdam Raad.
Hi! Wie ben je en wat doe je?
‘Ik ben Freke en met Instock zet ik voedselverspilling op de kaart. We gebruiken onverkochte producten van Albert Heijn, verpakkers en telers en daarmee koken onze chefs heerlijke gerechten. Groenten en fruit met een afwijkend formaat, onverkocht brood, maar ook vis en vlees door een overschot: wij geven ze een tweede leven. Tijdens mijn vorige baan bij de duurzaamheidsafdeling van Albert Heijn viel het me op hoeveel eten er onverkocht achterblijft aan het einde van de dag, waar vervolgens biogas van wordt gemaakt. Ik dacht: dat kan beter. Met drie andere collega’s kwamen we bij elkaar om te brainstormen en al snel kwamen we op koken met het overgebleven voedsel. Na gesprekken met verschillende mensen kwamen we erachter dat het probleem nog veel groter is dan we dachten. Begin 2014 hebben we met ons idee meegedaan aan de wedstrijd van Young Ahold. Ons idee won en we zijn begonnen met een pop up restaurant op het Westergasterrein in Amsterdam. We hadden geen idee wat ons te wachten stond: gaat het werken? Lukt het de chefs? Het werd een onwijs succes! In 2015 openden we ons eerste permanente restaurant in Amsterdam, en we zitten nu ook in Den Haag en Utrecht.’
Waar houd jij je vooral mee bezig bij Instock?
‘Het eerste half jaar heb ik in het restaurant zelf gewerkt. Het was fijn om in direct contact te staan met de gasten die bij je eten. We kregen veel reacties, mensen waren positief en sympathiek. Ze vroegen: waarom heeft niemand dit eerder gedaan? Er waren veel mensen met hetzelfde idee, alleen was niemand echt in actie gekomen. Je ziet dat er tegenwoordig veel bewustzijn en draagvlak is voor dit onderwerp, maar nu is het tijd om daadwerkelijk over te gaan tot veranderen. Op dit moment houd ik me bezig met het verspreiden van onze missie. Ik doe de communicatie en marketing, en dit houdt ook in dat ik anderen wil stimuleren om zelf minder te verspillen. Zo hebben we in de afgelopen jaren een lesprogramma voor basisscholen gemaakt en twee kookboeken uitgegeven, Instock Cooking en Circular Chefs. Ook kijk ik samen met mijn collega’s Bart en Selma naar uitbreidingen. We hebben nu bijvoorbeeld zelf circulaire producten ontwikkeld. Zoals Pieper en Bammetjes Bier en Instock Granola. Het grootste project voor de komende tijd is om te kijken naar onze rol als groothandel. Het is mooi dat wij een impact hebben met onze restaurants, maar het zou nog mooier zijn als de hele horeca met onverkochte producten uit de voedselketen zou werken. Wij willen deze producten beschikbaar maken, zodat de impact alleen maar groter wordt. Op deze manier ben ik steeds bezig met onze bijdrage aan een transitie: hoe kunnen wij de voedselketen meer in beweging krijgen?’
Wat is de meerwaarde van de Nieuw Amsterdam Raad voor jou?
‘Met de Nieuw Amsterdam Raad kijken we breder dan de onderwerpen waar ik zelf mee bezig ben. Er zijn meer uitdagingen dan voedselverspilling en duurzaamheid in de stad. Het is erg belangrijk om verder dan je eigen gebieden te gaan. Er zitten veel mensen in de Nieuw Amsterdam Raad die met een open blik het gesprek aangaan. Of we gehoord worden of niet, de verbintenis is al heel belangrijk. We zitten af en toe allemaal in onze eigen bubbel, en het is goed om elkaar daar uit te halen. Door gesprekken te voeren, visies te delen te dromen en doen. Op deze manier kunnen we onze stad en de wereld een beetje mooier maken.’
Wat wil je bereiken met de Nieuw Amsterdam Raad?
‘Ik zou inhoudelijk echt iets willen bijdragen en de band met de gemeente willen versterken. Het zou heel mooi zijn om mensen die in de praktijk bezig zijn met een bepaald onderwerp te koppelen aan iemand in de gemeente die met hetzelfde onderwerp op beleidsniveau bezig is. Zo kunnen we ook echt onze stem laten horen. Het zou een toegevoegde waarde zijn om net een andere invalshoek vanuit de praktijk toe te voegen aan gesprekken binnen de gemeente.’
Hoe ziet jouw stad van de toekomst eruit?
‘Als ik uitzoom zie ik een planeet met meer mensen en minder grondstoffen, waarin we steeds minder in contact staan met de natuur en de bron van ons eten. Ik hoop dat we dit kunnen veranderen. De economie gaat misschien vooruit, maar we kunnen niet oneindig blijven consumeren en weggooien. De volgende generaties hebben recht op schone lucht, drinkbaar water en eten voor iedereen. Onze generatie millennials kan het tij keren, dus laten we ons daar ook voor inzetten. We moeten in Amsterdam het voortouw nemen om een circulaire economie te creëren.
Verder vind ik het belangrijk dat Amsterdam een stad is waar iedereen mét elkaar leeft. Je merkt dat veel groepen langs elkaar leven, zelf doe ik daar helaas ook aan mee. Maar we moeten de gelijkenissen zien in plaats van de verschillen, we moeten elkaar opzoeken. Mijn stad van de toekomst is dus een groene en circulaire stad, maar ook een inclusieve stad voor iedereen.’